Tandheelkunde

Problemen voorkomen en oplossen

Gebit reinigen

Net als bij mensen is een goede mondverzorging bij huisdieren belangrijk om het gebit en het tandvlees gezond te houden. De mondproblemen beginnen vaak met een ophoping van tandplaque, een kleverige laag die continu op de tanden wordt gevormd. Als behandeling uitblijft, kan tandplaque hard worden en zo tandsteen vormen. Tandplaque en tandsteen kunnen de oorzaken zijn van tandvleesontsteking (gingivitis), wat erg pijnlijk kan zijn en tot een tandaandoening (parodontitis) kan leiden. In ernstige gevallen is de schade zo erg dat tanden of kiezen verloren gaan. Tandaandoeningen en infecties zijn ook de oorzaak van een slechte adem.

Symptomen van een tandaandoening: slechte adem, de aanwezigheid van geelbruin tandsteen, rood of bloedend tandvlees, pijn bij het eten of krabben in de bek, verandering in de kauw- en eetgewoonten, ingetogen gedrag, kwijlen en het verlies van tanden.

Om tandsteen te voorkomen hebben wij een uitgebreid assortiment van tandverzorgingsproducten, voor ieder dier en baasje zit er wel iets tussen. Voor een advies op maat kunt u terecht bij onze paraveterinairs. Het allerbeste is tandenpoetsen.

Als er te veel tandsteen is, kunnen wij dit met behulp van het ultrasoon apparaat verwijderen en het gebit daarna polijsten. De hond of kat moet hiervoor onder narcose.

Parodontitis

Na het reinigen van een gebit kunnen we niet altijd zien wat er zich onder het oppervlak afspeelt. Dan kunnen we röntgenfoto's van de kaak maken om de wortels van de tanden en kiezen te beoordelen. Als we hier problemen zien, dan betekent dat meestal dat er iets getrokken moet worden. Wij beschikken over een tandheelkundige unit met verschillende boren en andere benodigdheden om dit chirurgisch te kunnen doen – dit maakt de behandeling nauwkeuriger en het herstel sneller.

Hoektanden

Bij jonge honden groeien de hoektanden niet altijd goed uit. Soms staan ze te ver naar binnen of naar voren. Dit komt vaak voor bij kleine hondenrassen.
Wanneer de hoektanden van de onderkaak te ver naar binnen gaan staan, wordt door die tanden een gat gemaakt in de bovenkaak. Dit willen we natuurlijk voorkomen, maar dit kan alleen als we er vroeg genoeg bij zijn. Dan kunnen we de tand namelijk nog relatief makkelijk verplaatsen door middel van trekspelletjes met een bal of een beugeltje (geplaatst door een specialist). Soms blijft de melkhoektand staan terwijl de blijvende tand al is doorgekomen; dan willen we die zo snel mogelijk verwijderen om schade aan de volwassen tand te voorkomen. Het is daarom belangrijk om rond de leeftijd van vijf tot zes maanden het gebit van uw pup regelmatig te (laten) controleren; hiervoor kunt u een afspraak maken bij een paraveterinair.

 

Terug naar De kliniek